dichterschap » OOK: dichterlijke werkzaamheid » dichter cq auteur aan het werk |
---|
Artikelen |
---|
|
| 1956-12-08gedichten |
|
| 1957-02-02Poëzie van de eerste dag. "Woorden van brood" nieuwe bundel van Guillaume van der Graft |
|
| 1957-09-07wonder van de poëzie, Het – . bij de "versamelde gedigte" van elisabeth eybers |
|
| 1960-10-01gewoon, ongewoon, buitengewoon verhalen van b. roest crollius en carole vos |
|
| 1960-12-24zichtbare, een symbool dat tot het onzichtbare kan optillen, Het – . De bedienaar van het woord. Bij "Tussen twee stoelen" van W. Barnard |
|
| 1968-05-17dichter als afgraver (I), De – . "Slechts de namen der grote drinkers leven voort" van Riekus Waskowsky |
|
| 1968-11-30dichter op de grens van natuur en cultuur, De – . Bermtoerisme van Bernlef |
|
| 1973-07-27Gorter als socialist |
|
| 1974-03-11Bomentaal |
|
| 1976-08-27Voorbij [*] |
|
| 1980-03-03Last en lust van multiple–Joyce |
|
| 1983-04-22kooi is een hoofd is een tuin is een tijd, Een |
|
| 1984-10-29Plant die groeit uit het puin", "De |
|
| 1985-11-29Geordende hartstocht |
|
| 1986-11-21Vondels burgerij |
|
| 1989-01-27Trillende lucht |
|
| 1989-05-12Naamloze, De |
|
| 1991-03-22Andere Manier Van Denken, Een |
|
| 1994-03-18Wat Rijmt Er Lezen En Sterven? |
|
| 1995-10-13Tenslotte Is De Vraag De Kern Van Alles |
|
| 1996-04-19In De Verbeelding Van De Verbeelding |
|
| 1996-07-08dichter en zijn Ierse schuldgevoelens, Een |
|
| 1996-10-04Geluk Van Het Niet Kunnen Verzinnen, Het |
|
| 1997-04-18materiaal van de dichter, Het |
|
| 1999-05-21essentie van zijn leven was dichten, De – . Intertekstualiteit in het werk van J.H. Leopold |
|
| 2000-06-23eigengebruiker in de poëzie, een – . Puriteinse 'biografie van het werk' van Gerrit Achterberg |
|
| 2001-03-29Denken als herkauwen |
|
| 2005-02-03Onze Mijnheer Alexander |
Zie ook |
---|
|
| aantekeningen » aanzetten » resten » fragmenten » beginnetjes » notiti |
|
| aarzeling om te schrijven» moeite met of schroom tot schrijven» writer's bloc |
|
| afscheid van het dichterschap » einde van dichterschap » voorbij dichterschap |
|
| alleen taal van het gedicht geldt binnen de wereld van dat gedicht |
|
| alles echoot: alles verwijst naar elkaar |
|
| basistekst / definitieve tekst |
|
| creativiteit » scheppen » scheppingsvermogen » –kracht » –drift |
|
| dicht bij de dichter |
|
| dichten als boksen met de taal (: als literair motief) |
|
| dichten is ... |
|
| dichten is ontvouwen van een kern» naar buiten ordenen van wat samengebald is |
|
| dichten speelt zich af tussen een woord en het enige er achter verborgen woord |
|
| dichten: d.i. verklaringen want verbindingen laten ontstaan in taal |
|
| dichten: dialoog aangaan met de dingen (van betekenis uitgaan cq ze die geven) |
|
| dichten: het naamloze naam geven » inzichten–in–het–bestaan uit taal vrijmak |
|
| dichten: onoplosbaar probleem: achtervolgen van het nooit helemaal bereikbare |
|
| dichten: woorden dwingen nog niet bestaande relaties aan te gaan |
|
| dichter / politicus (dichter– c.q. schrijverschap / politiek(–e werkzaamheid) |
|
| dichter: de gevoelens voorbij » een dichter schreit niet |
|
| dichter: schept taal |
|
| dichtproces (= taalproces) komt op gang » beginnen met schrijven |
|
| emotie en poëzie » emoties en poëzie » gevoel in poëzie |
|
| emotie of lieve woorden of stemming verward met poëzie» literatuur» dichtkunst |
|
| foeilelijk want heel gevoelig |
|
| gebeuren mèt taal (beschreven) / gebeuren ìn taal (tot stand gebracht) |
|
| gedicht: een eigen en geheel nieuwe wereld (lastig a.h. bekende te verbinden) |
|
| gemankeerde dichter(s) » mislukte c.q. gefrustreerde dichter(s) of auteurs |
|
| genese » wording » ontstaan van poëzie (c.q.: van gedicht» gedichten) |
|
| genese » wording » ontstaan : van (literair) werk of oeuvre |
|
| gevoel van auteur cq kunstenaar » gevoelens van of bij dichters of schrijvers |
|
| hoop dat taal idee aanreikt |
|
| initiatief van de taal» van de tekst |
|
| keuze uit ideeënzwerm bij dicht–\ leesproces |
|
| literaire taal en gewone woorden » (quasi–) literair vs. sober taalgebruik |
|
| metafoor » beeldspraak » overdrachtelijk (–heid) |
|
| nieuwe taal: schepping van dichter |
|
| onmacht tot dichten (c.q. tot schrijven» scheppen) als literair motief |
|
| poëticaal » over het schrijven (zelf) schrijven » dichten als literair motief |
|
| poëzie is méér dan esthetisch» gevoelig» anekdotisch» halfzacht |
|
| poëzie is niet: gewone dingen op een ingewikkelde manier zeggen |
|
| poëzie: metaforisch "denkproces" ('gedicht denkt dichtend'\ dichten is denken) |
|
| praten als bezwering » spreken cq woorden als bezwering (OOK als lit. motief) |
|
| priesterschap – dichterschap (OOK: priester cq pastor en dichter) |
|
| proces van het dichten zelf » dichterlijk taalproces |
|
| receptie als literair motief |
|
| rijm » rijmen » eindrijm |
|
| scheppingsproces » creatief proces » vormkracht |
|
| schrijftaal (cq. boekentaal) / officiële spreektaal / (alledaagse) "broodtaal" |
|
| schrijftechniek » –methode » werkwijze van auteur(s) » "making of the v |
|
| schrijven als literair motief» schrijverschap cq zin v.literatuur als lit.mot. |
|
| schrijven is vorm v. onderzoek: taal brengt orde» nieuwe ideeën» verbanden aan |
|
| schrijven om iets in je hoofd te verhelderen » om iets te weten te komen |
|
| schrijver als profeet cq ziener» dichter als profeet» bezwerend schrijverschap |
|
| schrijverschap » schrijvers » het schrijven » auteur (–s) » schrijver |
|
| spanning door taal » spanning ontstaan uit de taal |
|
| stijl » stilistisch vermogen » schrijfwijze » taalbehandeling |
|
| stijlmiddel » stilistische middelen » stijlmiddelen » stijlfiguur |
|
| taal (literatuur): geeft gestalte aan (ware) realiteit achter de realiteit |
|
| taal (niet) in de vorm opgelost |
|
| taal brengt iets onbekends aan het licht » creativiteit van de taal |
|
| taal genereert andere taal en daarmee gedachten |
|
| taal schept de verbanden |
|
| taal tot zijn recht laten komen is de kern van schrijven en dichten |
|
| taal van de dichter geeft uiterlijke wereld gestalte van de innerlijke |
|
| taal van gedicht kan andere gevoelens oproepen dan bij dichter speelden |
|
| taal » –kracht » macht c.q. kracht v.d. taal » taalgebeuren » –k |
|
| taalbezetenheid » taallust » liefde voor de taal » taalgek » taalcultuur |
|
| teken » –taal » beeldentaal (: verwoording vh mysterie» het onuitsprekelijke |
|
| verbeelding » kracht cq macht van – » – als noodlot » verbeeldingskrac |
|
| verliteratuurd leven [OOK: als literair motief] » van erg literair karakter |
|
| verstechniek » poëtische middelen » versbouw » ambachtelijkheid als dichter |
|
| vorm » vormkracht » vormgeving » OOK: design EN: vormloosheid c.q. vormeloos |
|
| werkelijkheid gevormd (gemaakt) door taal c.q. door verhaal |
|
| woord » woordwaarde » woordkracht » (SOMS: vervalsende) macht van woord(en) |
|
| zingen: dichten |
|
| ` ...enz. [: HET KAN ZINVOL ZIJN OM VERDER TE ZOEKEN OP DIVERSE TREFWOORDEN!] |