gebeuren mèt taal (beschreven) / gebeuren ìn taal (tot stand gebracht)
Artikelen
  • 1961-05-06 00:00:00Nijhoff als criticus. Gevoel voor gemeenschap en traditie. Kanttekeningen bij verzameld proza.
  • 1961-08-19 00:00:00schrijver en zijn stof, De – "De schuldvraag" van Nel Noordzij, Intelligentie en uitdaging
  • 1962-05-12 00:00:00Lectuur
  • 1963-06-01 00:00:00schrijver als maker, De – . Verhalen van Jan Wolkers en G.K. van het Reve. "Dominee met strooien hoed"
  • 1966-05-14 00:00:00"Variaties van liefde". Het tastend dichterschap van Gabriël Smit. Meer een vrager dan een weter
  • 1969-02-01 00:00:00Buitenwereld heel wat boeiender. Veel gedichtenbundels maar weinig kwaliteit
  • 1969-11-01 00:00:00heldhaftige aandichten van Gabriël Smit, Het –
  • 1970-03-13 00:00:00Kreten met orgelbegeleiding. Verhalen uit een asiel door Roger Van de Velde
  • 1973-08-31 00:00:00Twee fragmenten
  • 1976-12-10 00:00:00Grote onbekende
  • 1977-02-04 00:00:00Talent voor talent
  • 1977-07-15 00:00:00Schaduw, De
  • 1990-03-19 00:00:00roeping voor de uitersten, Een
  • 1996-11-01 00:00:00Altijd hetzelfde
  • 1998-06-05 00:00:00Voor dichten niet dom genoeg
  • Zie ook
  • bekentenis– / verbeeldingsliteratuur (OOK: tekort» risico van bekentenislit.)
  • beschrijvend ipv beeldend: analyse» betoog» (aangeklede) abstractie ipv beeld
  • beschrijving: het beschrevene c.q. waargenomene niet verdicht tot beeld
  • betekenis / inhoud [: kunstenaar geeft inhoud (stof) betekenis]
  • blijvende waarde vergt vorm die méér kansen geeft dan gebruikswaarde
  • blijvende waarde » toekomstmogelijkheden van tekst » niet verouder(en)d
  • cliché » gemeenplaats(en) » schablones » open deur(en) » platitude(s)
  • concentratie en dichtheid als waardecriterium
  • conventioneel » traditioneel» conformistisch» stereotiep» alledaags» o
  • dichten is ...
  • dichten is ontvouwen van een kern» naar buiten ordenen van wat samengebald is
  • dichten: d.i. verklaringen want verbindingen laten ontstaan in taal
  • dichten: het naamloze naam geven » inzichten–in–het–bestaan uit taal vrijmak
  • dichten: woorden dwingen nog niet bestaande relaties aan te gaan
  • dichterschap » OOK: dichterlijke werkzaamheid » dichter cq auteur aan het werk
  • dode taal (: lege» ongeloofwaardige» grijze» dorre» kleurloze etc. taal)
  • duister / onbegrijpelijk (: in poëzie: kwaliteit vermoed / slechte kwaliteit)
  • duurzaam ? » blijvend? » wat is over 40 [of méér] jaar onthouden?
  • emotie of lieve woorden of stemming verward met poëzie» literatuur» dichtkunst
  • entourage » ambiance » couleur locale » decor c.q. gebeurtenissen in verhaal
  • gedicht: een eigen en geheel nieuwe wereld (lastig a.h. bekende te verbinden)
  • gedichten lezen en woordenboek (: in lexicon algemene» neutrale betekenissen)
  • geen beeld geworden» weinig verbeelding» geen objectivering» (verteld maar...)
  • initiatief van de taal» van de tekst
  • juiste woord: nog even en daar is het – » wachten op het ultieme woord
  • kenmerk van slechte poëzie
  • lezen binnen de (betekenisgevende) vorm
  • lezer Fens wil: beteugeld worden door taal en niet door gedachten» ervaringen
  • literaire kritiek » literatuurkritiek » literatuurbeschouwing
  • literaire kwaliteit » literaire waarde » SOMS OOK: dubieuze lit. kwaliteit
  • literatuur: geen persoonlijke c.q. interessante mededeling (poëzie evenmin)
  • literatuurlezer / lectuurlezer (OOK: lezen van literatuur/ van lectuur)
  • norm –en (OOK: poëticale)\ criteria (OOK: van criticus» recensent) » normatie
  • onpersoonlijk woordgebruik » afstandelijk–onpersoonlijke taal cq. beschrijving
  • ont–subjectivering van taal (: ontlediging» anoniem–wording van taal)
  • poëzie is niet: gewone dingen op een ingewikkelde manier zeggen
  • poëzie: metaforisch "denkproces" ('gedicht denkt dichtend'\ dichten is denken)
  • redeneren / verbeelden (: betoog c.q. beschrijving / beeld; analyse / beeld)
  • schok van plotseling inzicht in grote poëzie
  • spanning door taal » spanning ontstaan uit de taal
  • stijl » stilistisch vermogen » schrijfwijze » taalbehandeling
  • stof wordt inhoud door vormgevingsvermogen van auteur
  • taal die in de woorden te veel betekenis oproept » teveel associaties mogelijk
  • taal tot zijn recht laten komen is de kern van schrijven en dichten
  • taal » –kracht » macht c.q. kracht v.d. taal » taalgebeuren » –k
  • taal » taalgebruik » gebruik van taal » taalbeheersing » macht over taal
  • taalgeweld » taalziek
  • taalkritiek » [OOK:] geen taalkritiek
  • taalvernieuwing » taalvernieuwer » revolutionair cq. experimenteel taalgebruik
  • teken–kracht van (overtuigend» onontkoombaar) beschreven gebeurtenis» situatie
  • tekst (niet) goed vinden: tekst (niet) geloven » (on)geloofwaardigheid v.tekst
  • verdichting » concentratie» betekenisconcentratie» –verdichting [OOK: geen &
  • versje / gedicht (vgl.: lectuur / literatuur) ; OOK: cabaretlied / gedicht
  • verstechniek » poëtische middelen » versbouw » ambachtelijkheid als dichter
  • vorm (taal) / inhoud ; OOK: samenhang cq (verloren) verband vorm en inhoud
  • vorm / inhoud
  • vorm modern / inhoud traditioneel OOK: modern qua taalgebruik / conventioneel
  • vorm » vormkracht » vormgeving » OOK: design EN: vormloosheid c.q. vormeloos
  • waarde » waarde (belang» status» waardigheid) v. literatuur » literaire waar
  • waarde: literaire vs. niet–literaire – » zuiver literair vs extra–literair
  • waarderingsprincipe bij Fens » motief (–ven) voor Fens' bewondering
  • waarheid / verbeelding (in taal)
  • woord » woordwaarde » woordkracht » (SOMS: vervalsende) macht van woord(en)
  • woordbetekenis » woord » SOMS: beladen woord