redeneren / verbeelden (: betoog c.q. beschrijving / beeld; analyse / beeld)
Artikelen
  • 1957-04-06nu het dorp niet meer bestaat
  • 1958-11-29verhaal van panhuysen, een – . novellen van gijsen
  • 1959-01-24pierre h. dubois "pleidooi voor de dood"
  • 1959-03-21verloren zoon" van gerard walschap, "de –
  • 1959-07-04stenen bruidsbed" van harry mulisch, "het –
  • 1959-12-19slachtoffer van hun begaafdheid. "gekke witte", nieuwe dierenverhalen van a. koolhaas
  • 1960-04-30vermoeidheid en vitaliteit. poëzie van gerrit kouwenaar en j. bernlef
  • 1960-06-04cider voor arme mensen van hella haasse
  • 1960-12-17Onvervulde vraag om een medemens. "De Verliezers" – Posthume roman van Anna Blaman
  • 1961-06-10Illustreren en redeneren. Nieuwe gedichten van Bert Voeten. Een bundel van Corly Verlooghen
  • 1962-06-23dichter kan het niet weten, De – . Poëzie van Willem Brandt en Herman van den Bergh
  • 1967-11-18Systematisch bouwen aan afbraak. Nieuwe verhalenbundel van Willem Frederik Hermans
  • 1970-03-13Kreten met orgelbegeleiding. Verhalen uit een asiel door Roger Van de Velde
  • 1974-02-09Zwakke biografie van M Dermout
  • 1975-09-12Honderd en Vijftig
  • 1997-01-10Leve de vele zangvogels
  • Zie ook
  • aanleiding / betekenis
  • abstract / concreet (: in poëzie)
  • abstract / concreet c.q.: abstracta / concreta
  • analyse » analytisch (–e werkwijze) » analyseren
  • beeld en interpretatie van de werkelijkheid » concept(ie) van de werkelijkheid
  • beeldend / analytisch (nl. mbt Vestdijks poëzie: beeldenspel / begrippenspel)
  • beeldend / redenerend (c.q. betogend of bekennend) (: in poëzie)
  • beschrijvend ipv beeldend: analyse» betoog» (aangeklede) abstractie ipv beeld
  • beschrijvende verbeelding » verbeeldende (c.q. verbeelding door) beschrijving
  • beschrijving » illustratie ipv beeld»interpretatie»visie»verbeelding»s
  • centraal motief in Vestdijks poëzie: te zoeken motivering» houvast v. zichzelf
  • essayistische fictie (probleemroman of –verhaal) / verbeeld OF:te essayistisch
  • feitelijkheden zonder visie » louter beschrijvend c.q. anecdotisch
  • functioneren van beeldspraak» van metafoor » SOMS: – van (natuur)beschrijving
  • gebeuren mèt taal (beschreven) / gebeuren ìn taal (tot stand gebracht)
  • geen beeld geworden» weinig verbeelding» geen objectivering» (verteld maar...)
  • geen metafoor (–oren) » zonder metaforen of vergelijkingen
  • gepersonifieerde idee(ën) » aangeklede ideeën » bedachte personages
  • Gezelle: beeld/ uitleg in begin/ slot van gedicht van –
  • impasse van roman (–genre) » (SOMS OOK:) géén impasse van het romangenre
  • impasse » richtingloosheid» weinig nieuws of bijzonders» armoe in de Ned. lit.
  • jeugdige / oudere dichter (: beeldend/ bezinnend, volgens Vestdijk)
  • klein representeert groot (bijzonder detail = groot geheel)
  • kwaliteit » kwaliteitsverschil (–len)
  • literatuur met wijsgerig karakter » filosofische poëzie c.q. literatuur
  • metaforisering van begrip(pen)
  • metaforisering » symbolisering » SOMS: oversymbolisering
  • norm –en (OOK: poëticale)\ criteria (OOK: van criticus» recensent) » normatie
  • poëzie is niet: gewone dingen op een ingewikkelde manier zeggen
  • poëzie: metaforisch "denkproces" ('gedicht denkt dichtend'\ dichten is denken)
  • redeneerderig » OOK: te theoretiserend» uitleggerig» beschouwerig» expliciet
  • redenering vragende» oproepende (: aan redeneren appellerende) kunst cq poëzie
  • taal » –kracht » macht c.q. kracht v.d. taal » taalgebeuren » –k
  • te veel beelden (–d) en te weinig beschrijvend (c.q. commentariërend)
  • teken–kracht van (overtuigend» onontkoombaar) beschreven gebeurtenis» situatie
  • tussenruimte van het kunstenaarschap: rationaliteit/ irrationaliteit
  • typologie » stereotypering » schematiseren » uniformering » "typisch&qu
  • verhalende essayistiek c.q. geschiedschrijving
  • verstandelijkheid » beredeneerdheid : bij Kouwenaar
  • vitale / academische poëzie
  • werkelijkheid van de fictie, eigen – (: autonome» eigen wereld v. verbeelding)
  • zeggingskracht en redeneerderigheid