| *[8734]*
Fens heeft zijn bedenkingen bij het "explosieve" publiceren van de ineens overal te vinden veelschrijver 't Hart; hij ontzegt hem geen talent maar mist bij hem "schrijfplezier of formuleringsdrift". Hij zag eerder sterk "gepousseerde" erupties, die veelal in middelmatige journalistiek eindigden.
Fens noemt van 't Hart "Stenen voor een ransuil" en "Ik had een wapenbroeder" (beide "voor mij niet zo opvallend"), "Het vrome volk" ("veel beter"), de biologische (etologische) bundel studies "De kritische afstand", het "voortreffelijk essay" over Van Oudshoorn in het recente dubbelnummer van Tirade. – Van Vestdijk: "Terug tot Ina Damman", "Meneer Vissers hellevaart", en "Lier en lancet". |