persoonlijk / algemeen (: provinciaal werd universeel; persoonlijk algemeen) |
---|
Artikelen |
---|
|
| 1961-08-19schrijver en zijn stof, De – "De schuldvraag" van Nel Noordzij, Intelligentie en uitdaging |
|
| 1961-08-26afstand tussen versje en gedicht, De – . "De hemel is te hoog voor deze liefde". Gedichten van Julienne Huybrechts, Inge Tielman, Adriaan Morriën |
|
| 1961-09-2743 april |
|
| 1961-12-23Beschrijven in plaats van verbeelden. De kleine wereld van de roman. Figuren volgens patroon |
|
| 1967-01-28Plezier in verkeerde dingen. Pierre H. Dubois – Louis Paul Boon – Raoul Chapkis |
|
| 1972-06-03duivelse komedie van Mandelstam, De |
|
| 1974-02-23Scherp dubbelportret van jood die Auschwitz overleefde |
|
| 1976-08-27Voorbij [*] |
|
| 1982-09-06Christine de Pisan, de weduwe van Frankrijk |
|
| 1984-02-13Gedwongen vrijwilligers van het schrijverschap |
|
| 1984-05-11Uit het zwartboek |
|
| 1985-07-08Meesterwerk van gemeenschap |
|
| 1986-06-06Zo zit het dan |
|
| 1988-08-22Aangrijpende excuses voor het dichterschap |
|
| 1989-02-17Dief in de Nacht |
|
| 1991-01-14uitdaging van de buitenissigheid, De |
|
| 1993-09-01ruimte van het provincialisme, De |
|
| 1994-06-24Wankele Evenwicht Tussen Essay En Betoog, Het (II) |
|
| 1995-11-24Herhalingsoefeningen Voor De Slechte Verstaander |
|
| 2007-05-11stroming onderzee, Een – » Kloof fluisterend zijn botten af. [Kopje in gekleurd cliché:] De kracht van de poëzie is groter dan die van zijn betekenis |
Zie ook |
---|
|
| absolute woord, het – (: waarin alles definitief is gezegd over lezer & leven) |
|
| algemeen / bijzonder [OF: wezenlijk vs bijkomstig» toevallig» uitzonderlijk] |
|
| algemeen / concreet |
|
| algemeen / uniek (conventioneel / uniek) |
|
| algemeen / verbijzondering (OOK: géén verbijzondering vs. verbijzondering) |
|
| algemeen vs individueel» persoonlijk» toevallig» incidenteel» uitzonderlijk |
|
| algemeen: verstand / bijzonder: verbeelding |
|
| algemene / persoonlijke waardering |
|
| bekentenis– / verbeeldingsliteratuur (OOK: tekort» risico van bekentenislit.) |
|
| beschrijving » illustratie ipv beeld»interpretatie»visie»verbeelding»s |
|
| dialect (: als je meest eigen taal) |
|
| eigen taal / taal van anderen |
|
| eigenheid / systeem |
|
| experimenteel proza » "ander" proza |
|
| feitelijkheden zonder visie » louter beschrijvend c.q. anecdotisch |
|
| geen beeld geworden» weinig verbeelding» geen objectivering» (verteld maar...) |
|
| grootsten niet representatief voor eigenheid van stroming of richting; de – |
|
| individu » –gericht» –aliteit» –isme» –ist» &n |
|
| individualisme / collectiviteit (massa) OOK: individuele/ collect. benadering |
|
| individualistische spiritualiteit » persoonlijke vroomheid » privé–devotie |
|
| individueel (herkenbaar–)\ uniek» eigen verwerking» onverwisselbaar» bijzond |
|
| individueel / universeel [OOK: individualisering / universele orde(ning)] |
|
| intiem / publiek (: privé vs. publiek) » OOK: (al) te persoonlijk |
|
| kerkelijk gemeenschapsgevoel (OOK: religieus – ) » kerk– of geloofsgemeenschap |
|
| kinderlijk = dichterlijk = gewoon = bijzonder (: alles als nieuw kunnen zien) |
|
| klein representeert groot (bijzonder detail = groot geheel) |
|
| kunst: toevallige werkelijkheid bewerkt tot (beeld van) algemene waarheid |
|
| kunstenaar (: dichter» auteur» componist) verdwijnt in (bovenpersoonlijk) werk |
|
| literatuur: geen persoonlijke c.q. interessante mededeling (poëzie evenmin) |
|
| literatuur: onpersoonlijk/ persoonlijk |
|
| menselijke vrijheid» waardigheid (: ongebonden, niet bandeloos) |
|
| onpersoonlijk woordgebruik » afstandelijk–onpersoonlijke taal cq. beschrijving |
|
| opdracht » staatsopdracht(en) » geschreven op bestelling » OOK: brooddichter |
|
| open / gesloten gemeenschap |
|
| opheffing van het ik » ontkenning van het ik » OOK: geen ik–figuur |
|
| oppervlakkig (te – )\ uiterlijkheid» gebrek a.diepgang»reflectie » vervlakki |
|
| ouderwets essayeren: ogv. persoonlijke waarneming algemene conclusies trekken |
|
| persoonlijk / onpersoonlijk vroom (: privé–/ bovenpersoonlijke spiritualiteit) |
|
| persoonlijke alledaagsheden van dichters op taalmuziek gezet; Fens wil géén – |
|
| persoonlijke » betrekkelijke : verliest altijd van het absolute |
|
| persoonlijke, het – : wordt in de (levende) traditie versterkt en verbreed |
|
| poëtica » poëticale opvattingen cq – onderzoek » wat is literatuur cq po |
|
| poëzie: onpersoonlijkheid als ideaal voor – » bovenpersoonlijke poëzie |
|
| retorisch / persoonlijk |
|
| talent: in – het algemene ontdekt maar dat als persoonlijk gewaardeerd |
|
| teken–kracht van (overtuigend» onontkoombaar) beschreven gebeurtenis» situatie |
|
| theoretisch (= algemeen) / individueel (= eigen) |
|
| tijdgebonden betekenis c.q. effect » cultuurgebonden betekenis c.q. beleving |
|
| tijdsafstand maakt goed gedicht steeds meer alleen gedicht |
|
| veelheid / uniciteit (OOK: in meer exemplaren / uniek ) |
|
| versje / gedicht (vgl.: lectuur / literatuur) ; OOK: cabaretlied / gedicht |
|
| Vestdijk / Malraux : kennis versus beleving |
|
| visie raakt zoek» is afwezig |
|
| wereld in woorden (autonome» fictieve» literaire werkelijkheid : is van taal) |
|
| zelfverlies van lezer» kijker bij (uit)vergroting van kunst |