kunstenaar (: dichter» auteur» componist) verdwijnt in (bovenpersoonlijk) werk |
---|
Artikelen |
---|
|
| 1961-03-25Jongste publikatie van Mulisch. "Voer voor psychologen". Opstapeling van absoluutheden en enkele uitstekende stukken |
|
| 1961-05-06Nijhoff als criticus. Gevoel voor gemeenschap en traditie. Kanttekeningen bij verzameld proza. |
|
| 1962-08-18versierde schrijver, De – . Verhaal en vrijheid. "Doden hebben voorrang" van Leo Derksen |
|
| 1963-05-04Gedachten, miniaturen, streepjes. Gedichten van J.A. Emmens, Wilfred Smit en W. Hussem. Lyriek als schuifdeur |
|
| 1964-03-28Nieuwe taal op oude tekst. Latijnse hymnen vertaald. Rijke bloemlezing van J.W. Schulte Nordholt |
|
| 1971-10-23Diergaarde voor geleerden. "Paul van Ostayen" [sic], een documentatie door Gerrit Borgers |
|
| 1973-01-19Plattegronden als roman |
|
| 1974-09-28chauffeur als wegenbouwer, De |
|
| 1976-02-13Reliekjes [*] |
|
| 1976-12-17Subversief onderzoek |
|
| 1977-07-15Schaduw, De |
|
| 1979-09-24verzoekingen van Flaubert, De |
|
| 1980-12-08dichter als vreemdeling, Een |
|
| 1983-04-22kooi is een hoofd is een tuin is een tijd, Een |
|
| 1987-05-29Spoor |
|
| 1988-09-30Altijd April |
|
| 1996-05-24Is Literatuur Zo Conservatief? |
|
| 1997-01-13'Droom is het leven, anders niet' |
|
| 2000-03-25Johann Sebastian Bach Angst voor de oneindigheid |
|
| 2002-01-18Eerherstel voor Vivienne Eliot |
|
| 2002-09-19stad zonder einde, Een |
|
| 2002-09-20God benoemd in tegendelen. Paul van Ostaijen: mysticus, zoeker, dichter |
|
| 2007-05-11stroming onderzee, Een – » Kloof fluisterend zijn botten af. [Kopje in gekleurd cliché:] De kracht van de poëzie is groter dan die van zijn betekenis |
Zie ook |
---|
|
| algemeen vs individueel» persoonlijk» toevallig» incidenteel» uitzonderlijk |
|
| alleen maar gevoelsuitstorting |
|
| anonimiteit van het goede gedicht |
|
| autonomie van het kunstwerk » eigen leven cq zelfstandigheid van Grote Kunst |
|
| autonomie: eigenzinnigheid of onvergelijkbaarheid van (groot) literair werk |
|
| Bach, Johann Sebastian |
|
| beeld van dichter zoals bij lezer gevormd door (deel van) het oeuvre |
|
| bezongen onderwerp slechts aanleiding tot poëzie (: verdwijnt erachter» erin) |
|
| dichter: de gevoelens voorbij » een dichter schreit niet |
|
| dichterpersonage: dichter is in en door zijn werk herkenbaar als taalgestalte |
|
| eigen ervaring als norm » eigen beleving de norm » subjectivisme |
|
| Eliot, T.S. (Thomas Stearns) |
|
| emotie en poëzie » emoties en poëzie » gevoel in poëzie |
|
| emotie of lieve woorden of stemming verward met poëzie» literatuur» dichtkunst |
|
| ergocentrische benadering van literaire tekst c.q. literaire figuur |
|
| Fens: kritisch programma » (EVT.: ergocentrisch) uitgangspunt v. lit. kritiek |
|
| gevoel van auteur cq kunstenaar » gevoelens van of bij dichters of schrijvers |
|
| goed gedicht: je gelooft alleen in gedicht; aan maker denk je niet |
|
| historische informatie (burger) / biografische informatie (auteur) |
|
| individueel / universeel [OOK: individualisering / universele orde(ning)] |
|
| klassiek: behoort niet meer aan dichter maar aan lezer of literatuur |
|
| kunst: toevallige werkelijkheid bewerkt tot (beeld van) algemene waarheid |
|
| kunstenaarschap » bewustzijn als (van) kunstenaar » zelfbewust kunstenaarschap |
|
| kunstenaarspersonage / kunstenaar als burger (volgens de burgerlijke stand) |
|
| kunstkritiek / literaire kritiek |
|
| lezen: het boek leest mij (weer) » macht van het boek c.q. de tekst |
|
| lezer Fens wil: beteugeld worden door taal en niet door gedachten» ervaringen |
|
| literatuur: geen persoonlijke c.q. interessante mededeling (poëzie evenmin) |
|
| literatuur: onpersoonlijk/ persoonlijk |
|
| materiaal voor autobiografie » autobiografische gegevens |
|
| mogelijkheden van de lezer beperkt door inmenging van de dichter |
|
| norm –en (OOK: poëticale)\ criteria (OOK: van criticus» recensent) » normatie |
|
| objectief » objectivering |
|
| onpersoonlijke poëzie » onpersoonlijk geschreven » onpersoonlijke tekst(en) |
|
| opheffing van het ik » ontkenning van het ik » OOK: geen ik–figuur |
|
| Ostaijen, Paul van |
|
| persoonlijk / algemeen (: provinciaal werd universeel; persoonlijk algemeen) |
|
| poëtica » poëticale opvattingen cq – onderzoek » wat is literatuur cq po |
|
| poëticaal » over het schrijven (zelf) schrijven » dichten als literair motief |
|
| poëticale opvattingen in internationale context |
|
| poëzie: onpersoonlijkheid als ideaal voor – » bovenpersoonlijke poëzie |
|
| poëzieverwachting(en) van Fens |
|
| rol van lezer: actief» creatief» betekenisgevend» verbeeldend (lezersfunctie) |
|
| schepsel brengt zijn schepper voort |
|
| schrijverschap » schrijvers » het schrijven » auteur (–s) » schrijver |
|
| schrijverspersonage / (historische) persoon 'volgens de burgerlijke stand' |
|
| schrijversreputatie: verzameling standaardoordelen over zijn werk |
|
| subjectief (individueel) / objectief |
|
| werk verdwijnt achter c.q. in commentaar |
|
| X INTERESSANT ENTREE BIJ FENS–STUDIE; TYPEREND» INDRUKWEKKEND» BELANGRIJK STUK |