| *[3050]*
Met fotoportret van Pierre H. Dubois.
Met een citaat uit 'Idiopatisch journaal', een afdelinkje van de hoofdafdeling 'Centripetaal' in de essaybundel "Het geheim van Antaios", voor Fens aanleiding om iets op te merken over het ouderwetse en 'egocentrische' essayeren van Dubois. Positiever is hij nav. de delen 'Pragmatisch' en 'Centrifugaal', waarin 'Couperus, het schrijverschap en de materie' en 'Literaire kritiek en cultuur'; minder weer over 'Om het formuleerbare' en 'Tragedie en tragiek' (dat door "gebrek aan verrassende schrijfkunst" geen leesavontuur is). – In dit (het grootste) deel van het artikel nog genoemd: Bach's "Matthaeuspassion", Slauerhoff's lang verkeerd verstane vers 'De afgescheiden gemeente' en Sartre's "Les Mots".
In het laatste kwart van het stuk aandacht voor Boon en Chapkis; van de eerste worden genoemd: "De Kapellekensbaan" en "De voorstad groeit", heel wat geweldiger werk dan de besproken bundel, die door Fens van mindere kwaliteit wordt geacht dan de beste "Kronkels" van Carmiggelt: om het missen van een centraal punt. – Genoemd worden het kroniekje 'Kasteel' en de vorige bundel "Dag aan dag".
Van Chapkis worden genoemd: "De reizen van Pater Key" en "Ik sta op m'n hoofd"; Fens: 'Of Chapkis nu vertelt of essayeert – beide doet hij in de jongste bundel – het systeem is nu te bekend om het werk van deze anti–idealistische moralist niet doorzichtig te maken.' |