eigen taal / taal van anderen
Artikelen
  • 1957-03-02bedrieglijke ernst van een spel, De
  • 1962-01-31Poëzie [*]
  • 1965-07-03Literatuur en leven in drie debuten. Proza van J. Waasdorp, Kees Holierhoek en J. Bernlef
  • 1972-04-28Dichters van eergisteren
  • 1979-03-23Stad zonder taal
  • 1982-12-03Eenzame mus op het dak
  • 1988-09-30Altijd April
  • 1994-01-17En de wereld trapte hem dood
  • Zie ook
  • "poëtische" poëzie: onpersoonlijke (cq kitschige) met poëzie geschreven po&
  • algemeen gebruikte taal / exclusieve groepstaal
  • argot » slang » boeventaal » bargoens
  • cliché » gemeenplaats(en) » schablones » open deur(en) » platitude(s)
  • conventie / oorspronkelijkheid (c.q.: conventioneel / oorspronkelijk)
  • conventioneel » traditioneel» conformistisch» stereotiep» alledaags» o
  • eigen stem » persoonlijke stijl » individualiteit in stijl c.q. verwerking
  • eigenheid van debuut
  • eigenheid van debuut duidelijk(er) door later werk van auteur
  • Fens: kritisch programma » (EVT.: ergocentrisch) uitgangspunt v. lit. kritiek
  • gedicht: een eigen en geheel nieuwe wereld (lastig a.h. bekende te verbinden)
  • imitatie » karikatuur » parodie » persiflage » pastiche » SOMS: gewild
  • imitatie » nadoen » onoorspronkelijk » namaak » plagiaat » (OOK: hersc
  • individualisme / (onpersoonlijk) traditionalisme cq. uitbanning elke eigenheid
  • individueel talent kan alleen binnen de grote traditie functioneren
  • invloed » beïnvloeding OOK: verwantschap » overeenkomst » gelijkenis
  • invloeden door lateren niet meer herkend
  • kenmerk van slechte poëzie
  • leentaal » geen eigen taal (: geleende» kleurloze» slappe» "platte"
  • levende / voorbije teksten (OOK: "levende" / "dode" auteurs c.q. teksten)
  • lusteloze taal van wetenschap » (vlucht in:) ongeloofwaardig wetenschapsjargon
  • norm –en (OOK: poëticale)\ criteria (OOK: van criticus» recensent) » normatie
  • normen en taal paraat: alleen voor al bestaande kunst
  • ondertoon
  • onpersoonlijk woordgebruik » afstandelijk–onpersoonlijke taal cq. beschrijving
  • oorspronkelijkheid als eis » criterium van originaliteit » eigenheid gevraagd
  • originaliteit » oorspronkelijkheid » eigenheid » persoonlijkheid » herkenbaa
  • pastiche » pastiche–karakter
  • persoonlijk / algemeen (: provinciaal werd universeel; persoonlijk algemeen)
  • persoonlijk / conventioneel (persoonlijk / onpersoonlijk c.q. traditioneel)
  • persoonlijke, het – : wordt in de (levende) traditie versterkt en verbreed
  • poëzie: eigen taalgebruik» eigen taalnatuur c.q. eigen toon van –
  • poging tot origineel taalgebruik » zoeken naar eigen stijl
  • retorisch / persoonlijk
  • spontaneïteit
  • stijl » stilistisch vermogen » schrijfwijze » taalbehandeling
  • thematische en stilistische verwantschap met Vestdijk
  • vaststellen van invloed(en) » beïnvloeding(en) c.q. verbanden signaleren
  • verschil navolging/ beïnvloeding