| *[4055]*
Met een portretfoto van J.W. Schulte Nordholt.
Twee hymnen–vertalingen vergeleken: een zeer slechte en een zeer bewonderde.
Fens kritiseert die van Stallaert o.m. mbv. een lang citaat uit diens 'Woord vooraf', en elders in het stuk door met zijn commentaar de vertaalde derde strofe van 'A solis ortus cardine' af te drukken na het origineel en de vertaling van Schulte Nordholt. (En passant krijgt de psalmvertaling van J. van der Ploeg, evenals Stallaert bijbeldeskundige, ook een negatieve beoordeling.)
Uit de vertalingen van Schulte Nordholt citeert Fens, zeer prijzend, nog zeven andere fragmenten; een enkele keer met een aanmerking.
Het stuk eindigt met de korte, aanbevelende signalering van een talrijke vertalingen bevattende bloemlezing in de Carillon–pockets, eveneens samengesteld door Schulte Nordholt.
[N.B.: Aan de verso–zijde van de krantepagina staat deel II 'Interpretatie als methode' van een groot artikel van Anton van Duinkerken: "Kees Fens als criticus". Het eerste deel stond een week eerder in de krant, aan de verso–zijde van een stuk over Hamelink. RM.] |