eigen stem » persoonlijke stijl » individualiteit in stijl c.q. verwerking
Artikelen
  • 1957-03-02bedrieglijke ernst van een spel, De
  • 1958-05-03"snippers" van leo vroman
  • 1960-09-03monoloog als monografie ada deptez [sic]: e. du perron, zijn leven en zijn werk.
  • 1961-02-25Literatuur de enige vorm van leven. Du Perrons verzameld werk voltooid. "Heer, hoe onvertroost zou ik zijn, wanneer mijn hateren mij gingen toejuichen"
  • 1962-02-20Cohen I
  • 1962-12-29Van Duinkerkens "Verzamelde geschriften". "Legenden van de tijd"
  • 1969-03-08"Nagelaten werk". Gekleurde droevigheid in de verzen van Hans Lodeizen
  • 1970-07-17Tijd 125 jaar, De – . Veel klokgelui in deze krant, een verzameling van meneren
  • 1972-04-01Roman vol rollen, Een – . De Maker van J. Bernlef
  • 1973-08-31Twee fragmenten
  • 1975-10-17Onze man in Amerika
  • 1977-03-11Columnisten III
  • 1978-02-17Onmacht als spook
  • 1986-12-19achttiende, De
  • 1996-08-03Cf.
  • 1999-05-21essentie van zijn leven was dichten, De – . Intertekstualiteit in het werk van J.H. Leopold
  • 2000-02-18grootste bemoeial van onze literatuur, De – . Nop Maas brengt contemporaine reacties op Multatuli in kaart
  • 2001-01-19Twee eigenzinnigen uit Groningen
  • 2005-03-18achterkant van de poëzie, De – . Vleselijkheid, aardsheid en onstuimigheid bij Piet Gerbrandy
    • Zie ook
  • "maar waarom"–wending bij Krol
  • cliché » gemeenplaats(en) » schablones » open deur(en) » platitude(s)
  • eigen taal / taal van anderen
  • gedicht: een eigen en geheel nieuwe wereld (lastig a.h. bekende te verbinden)
  • geluk van het schrijven » plezier van het formuleren » vertel–\ schrijfplezier
  • genese van gedichtenreeks
  • genese » wording » ontstaan van poëzie (c.q.: van gedicht» gedichten)
  • genese » wording » ontstaan : van (literair) werk of oeuvre
  • herdichten » herdichting
  • individueel (herkenbaar–)\ uniek» eigen verwerking» onverwisselbaar» bijzond
  • intertekst » (OOK: onderdeel van "het Grote Verhaal")
  • intertextualiteit
  • niet in de mode» onmodieus» unzeitgemäsz» tegen de mode» eigenwijs cq &
  • onvervangbare erudiete eenling met persoonlijke (schrijf– OF spreek–) stijl
  • oorspronkelijkheid als eis » criterium van originaliteit » eigenheid gevraagd
  • originaliteit » oorspronkelijkheid » eigenheid » persoonlijkheid » herkenbaa
  • persoonlijke canon
  • plezier van de maker » van het maken
  • plezier van spreker (: in formuleren » in vorm » in voordracht)
  • poëzie: eigen taalgebruik» eigen taalnatuur c.q. eigen toon van –
  • positiebepaling » standpunt innemen » eigen waarden verdedigen
  • scheppingsproces » creatief proces » vormkracht
  • schrijftechniek » –methode » werkwijze van auteur(s) » "making of the v
  • schrijven in de trant van ... » in de stijl van ...
  • stijl » stilistisch vermogen » schrijfwijze » taalbehandeling
  • stijlmiddel » stilistische middelen » stijlmiddelen » stijlfiguur
  • taal » –kracht » macht c.q. kracht v.d. taal » taalgebeuren » –k
  • verdwenen individualiteit
  • vorm » vormkracht » vormgeving » OOK: design EN: vormloosheid c.q. vormeloos
  • zelf denken » zelfstandig denken [SOMS: vs. leendenken » geleende gedachten]