betekenisvorming van woord(en) in poëzie
Artikelen
1974-03-22 00:00:00
Uitgezette jacht
1980-06-16 00:00:00
halfbroers van het woord, De
1989-01-13 00:00:00
Neutraal
1989-04-21 00:00:00
Woordenboek
1990-06-01 00:00:00
Knopendoos, De
Zie ook
alleen taal van het gedicht geldt binnen de wereld van dat gedicht
associatie » connotatie(s) » bijbetekenis(sen) » nuance (–s) » bijgeda
gedichten lezen en woordenboek (: in lexicon algemene» neutrale betekenissen)
lezer maakt de tekst: met associaties » lezer brengt tekst tot voltooiing
lezer: (tijdelijk) aanhanger van een systeem
persoonlijke associaties bij (het lezen van) poëzie » eigen betekenisgeving
poëzie activeert bij woorden verwijzingen naar gebruik elders
poëzie: daarin woord(en) actief in betekenisvorming
poëzie: eigen taalgebruik» eigen taalnatuur c.q. eigen toon van –
poëzie: wisselwerking aan (woord–) verbijzonderingen
taal (literatuur): geeft gestalte aan (ware) realiteit achter de realiteit
taal schept de verbanden
tekst betekenisvol door lezer
tijdelijke verbijzondering van woord(en)
vent, het woord – bij Vestdijk
verbanden tussen woorden in poëzie » relatie(s) tussen woorden in gedicht(en)
verbijzondering van woord(en) in poëzie
verwijzing » allusie(s) » zinspeling(en) » citaat » toespeling » vooru
woord in gedicht: tijdelijk tot één definitieve betekenis teruggebracht
woord schrijft poëzie door oproepen van associatieketen
woorden in gedicht: scheppen daar voor elkaar nieuwe betekenis
woorden in hoofd van lezer: uiterst beweeglijk (relaties aangaand)