woordbetekenissen in poëzie » woordkracht in dichtkunst
Artikelen
  • 1958-05-03donkere lier, de – . poëzie der primitieve volkeren
  • 1960-08-13poging tot schierbeek "het dier heeft een mens getekend"
  • 1982-02-15En in de hand een gevoel van zwaarte
  • 1982-05-07Vale paarden en takkenbossen
  • 1990-11-12"Noyt sagh hy s'hemels lamp"
  • 1991-03-29Aan Een Heel Dun Draadje
  • 1995-05-26Postkoloniale Hoop Op Ontmaskering
  • Zie ook
  • associatie » connotatie(s) » bijbetekenis(sen) » nuance (–s) » bijgeda
  • elementaire taal » oertaal » beginnende taal
  • gedichten lezen en woordenboek (: in lexicon algemene» neutrale betekenissen)
  • muziek / taal (OOK: taalmuziek » taal als muziek)
  • poëzie: wisselwerking aan (woord–) verbijzonderingen
  • taal » –kracht » macht c.q. kracht v.d. taal » taalgebeuren » –k
  • verbanden tussen woorden in poëzie » relatie(s) tussen woorden in gedicht(en)
  • verwijzing » allusie(s) » zinspeling(en) » citaat » toespeling » vooru
  • vorm » vormkracht » vormgeving » OOK: design EN: vormloosheid c.q. vormeloos
  • woord » woordwaarde » woordkracht » (SOMS: vervalsende) macht van woord(en)
  • woorden in gedicht: scheppen daar voor elkaar nieuwe betekenis
  • woorden in hoofd van lezer: uiterst beweeglijk (relaties aangaand)
  • woordfunctie in goede tekst: ander woord gekozen wijzigt voorstelling v geheel