understatement » skepsis » ironie » ingehouden (–heid) » onderkoeld
Artikelen
  • 1956-05-19huwelijk onder lodewijk xv, een
  • 1956-12-22glinsterend pantser, Het
  • 1957-05-04huiskamer en het paleis, De – . Bij het verzameld werk van Willem Elsschot en Herman Teirlinck
  • 1957-06-08ernst van Ernst, De
  • 1957-11-23"Ter wille van Leentje"
  • 1958-02-15Te laat voor deze wereld. Gedichten van Jan van Nijlen
  • 1959-05-09dwaze maagd", "een – . voortreffelijke romans van ida simons
  • 1959-09-19huilen en het grijnzen, het – . verhalen van margaretha ferguson en ferdinand langen.
  • 1960-10-18"Ik spit mijn tuin". Scepsis als levenshouding. Bij de 65e verjaardag van Raymond Brulez
  • 1962-10-08"Namen noemen"
  • 1963-02-02Essayist met terugwerkende kracht. "Rusland voor beginners" van Karel van het Reve. Criterium voor kwaliteit
  • 1963-07-12Klein proza II
  • 1963-09-21bekoring van de dwarsfluit, De – . Het proza van Joris Vriamont
  • 1964-02-22charme van het converseren, De – . Poëzie van L.Th. Lehmann en Aad Nuis
  • 1965-05-12"Scripta manent"
  • 1967-11-21helderheid van Hanlo, De
  • 1969-01-04Koersen tussen simpelheid en vernuft. Verhalen van Brouwers, Kockelkoren en Wiener
  • 1972-12-16Proza van Bob den Uyl en Ben Borgart
  • 1974-04-27Vier bundels gedichten. De passagier verveelt zich
  • 1975-01-21Emmens
  • 1977-06-17Spelkultuur
  • 1984-06-08boventoon, De
  • 1988-01-15Portretten [**]
  • 1988-09-30Altijd April
  • 1989-09-04magneet van het schrijverschap, De
  • 1990-04-09encyclopedie van het middenveld, De
  • 1998-06-29klassieke kan niet klassiek worden, Het
  • Zie ook
  • "toon" bij (Van het) Reve, de –
  • afstandelijkheid » afstand scheppende toon » distantie » toeschouwer blijvend
  • anti–poëzie » indirecte poëzie » anti–lyriek
  • bekrompen » tweedehands » kleingeestig » inferieur » provinciaal » ang
  • cultivering van leuk» licht» alledaags (: garandeert geen belangrijke poëzie)
  • cynisme » cynicus » cynici » cynisch
  • Franse retoriek » pure vorm in Franse welsprekendheid » weinig inhoud
  • gewone taal cq woorden» spreek–\ omgangs–\ straat–\ joviale» onopgesmu
  • humor als ernst » – als bestaanskritiek » ernstige humor » ernst van de humo
  • humor bij Vestdijk
  • humor delen vraagt gemeenschappelijk referentiekader
  • humor slechts verwoordt het wezenlijke» maakt naar de hemel kijken mogelijk
  • humor » humoristisch » humorist » humoristisch effect » SOMS: wezen van humo
  • humor » leedvermaak
  • humoreske » badinage » badinerie » spottekst » boutade » sotternie
  • ironie of ernst? » spot of ernst?
  • ironie » ironisering » ironisch ( –e toon) » sarcastisch » afweer&ndas
  • ironie–teken (drie puntjes)
  • ironisch gebruik van gemeenplaats(en) of zakelijke dan wel ambtelijke taal
  • ironische interpretatie
  • joodse humor: het woord als laatste wapen van de wanhopige
  • kleinering » verkleining
  • komiek » lachwekkend » belachelijk » dwaas
  • lach » lachen » glimlach(en) » giechelen » vrolijk » blij
  • leugencultuur » liegen als cultuur » liegen » leugen » onwaar (–heid)
  • lichtheid van toon
  • light verse » light literature » lichtheid in literatuur » OOK studentenpoëzi
  • ondertoon
  • ongeloof (c.q. scepsis) – taal (c.q. stijl) – troost – geloof – waarheid
  • ongewilde humor
  • onthulling / verhulling (OOK: onthullingsproces / verberg–proces)
  • overdrijving als literaire techniek » hyperbool als stijlmiddel
  • poëzie als conversatie » converserende poëzie
  • polemiek » polemisch » polemist » discussie » gedachtenwisseling (–en)
  • relativering (moordende – ) : bij Vestdijk » beweren & terugnemen bij Vestdijk
  • relativiteit » –ivist» betrekkelijkheid (evt. van alles)\ onzekerheid» twijf
  • spot met burgerdom » belediging c.q. ontmaskering van burgerlijkheid
  • spot » hoon » vermogen tot spot » sarcasme » hatelijkheid » bijtende h
  • stijl » stilistisch vermogen » schrijfwijze » taalbehandeling
  • taboe op romantiek» op romantisch gevoel » SOMS: angst voor gevoel» sentiment
  • terzijde (–s) » meester van het terzijde » SOMS: apartstaand OF geïsoleerd
  • terzijde–positie » SOMS: zich distantiëren(d) » (vrijblijvend) afstand houden
  • toerisme als levenshouding » vreemdelingschap c.q. distantie als levenshouding
  • vermenging humor en tragiek » (zwarte) humor als redmiddel » tragische humor
  • Vestdijk: absoluut relativist
  • willoosheid bij R. Campert (: stilstand» terzijdestaan» gebrek aan vitaliteit)