1958-02-15 Te laat voor deze wereld. Gedichten van Jan van Nijlen | |
---|---|
Linie, De (weekblad; 30–10–1954 t.m. 10.12.1960) 1958-02-15 recensierubriek ( > plm. 1000 woorden) | |
opmerking | |
*[5504]* Ter inleiding van de bespreking van Van Nijlen's bundel komt ook de briefwisseling Jonckheere–Van Ruysbeek aan de orde, waaruit Fens de laatste in een passage over Bloem's 'Huiswaarts Reizende' citeert en tegenspreekt. Uit de bundel van Van Nijlen haalt hij o.m. drie kwatrijnen aan ('Zomermorgen', 'De laatste jaren', 'Avond in de Kempen'). Genoemd worden nog het vers 'In een park' en het einde van 'De Nachtschone'. | |
Termen | |
• Bloem, J.C. • briefwisseling » correspondentie • eigene van poëzie: in continuïteit (traditie) steeds "de" poëzie realiseren • eigentijds / oud (OOK: modern / traditioneel; nieuwheid / traditie) • Jonckheere, Karel • literatuur werkt concentrisch: schept uit bekende stof nieuwe mogelijkheden • Minne, Richard • Nijlen, Jan van • nostalgie » droef verlangen (naar verleden)\ (berustend) heimwee naar voorbije • oud zijn » ouder worden » veroudering » ouderdom : als literair motief • Ruysbeek, Erik van • steeds opnieuw • understatement » skepsis » ironie » ingehouden (–heid) » onderkoeld • verschillende verschijningsvormen van steeds hetzelfde • Vlaamse letterkunde» literatuur • zelf–ironie » zelf–ironisering » zelfrelativering » zelfspot | |
Besproken publikaties | |