| *[6158]*
Tussenkop in het stuk: "de drenkelingen" van ferdinand langen; daarop volgt de korte, niet zeer positieve bespreking van diens verhalenbundel. 'De dood van mijn vader' wordt het sterkste genoemd, 'Mijn zoon' mislukt door de te fantastische opzet.
Ook over de bundel van Ferguson is Fens niet erg positief. De besproken publikaties "gaven (Fens) gedachten in" die worden neergelegd in een aan de eigenlijke recensie voorafgaand meer programmatisch gedeelte over het tekortschieten van veel jongere auteurs, die geen nieuwe gestalten afsplitsen, hun leven "zich niet (laten) voltrekken in anderen", de roman met hun 'eerlijkheid' tot louter bekentenisliteratuur reduceren – en na de eerste zelfbekentenis leeg zijn, na één publikatie zwijgen. |