Aristoteles
Artikelen
	1960-10-08leek
	1975-02-28Literair kriticus Fens: Voor een echte gemeenschapsbeleving moet ik naar het stadion / Leo Rijkens
	1980-10-06Don Quichot in het hiernamaals
	1981-01-19vergiet voor overbodigheid, Een
	1984-03-19Over het wezen genaamd "boek"
	1986-10-13dagen onzer jaren, De
	1989-12-18triomf van de zinnen, De
	1990-02-12koninkrijk van de kennis, Het
	1990-02-19harmonie der heren, De
	1994-09-09Grote Catalogus Van De Vragen, De
	1995-08-18Met En Zonder Het Geluk Van De Blinde Vlek
	1995-12-01Enige Prikkel Tot Schrijven, De
	1997-09-22metafoor als hoogste geloofsuiting, De
	1999-10-15veelvormige hart, Het – . Het hart als een van de rijkste metaforen van onze cultuur
	2001-11-23Grootheid van de menselijke maat. Duizend jaar denken, van Parmenides tot Boëthius
	2002-08-23Trouw aan de oorspronkelijken
	2004-04-02Bij de Schepper naar binnen kijken. Het hersenonderzoek en de wereld van de 17de–eeuwer Thomas Willis
	2006-05-04wraak van twee vrouwen, De
	2006-07-20Leve het breekijzer! Piet Gerbrandy essayeert over klassieke en eigentijdse dichters
	2007-02-09Ordenaars van zonden en deugden. Moraaltheologisch»canoniek werk van 15de–eeuwer Arnold van Gheyloven voor priesterstudenten
	2007-11-16Kijk naar je vis, en kijk opnieuw [Ondertitel in gekleurd cliché:] De beschrijving is zo schitterend precies dat ze vaak een kunstwerk wordt
	2008-02-29Angsten op weg naar Verlichting. [Ondertitel in de tekst:] God zien en God te weinig zien, het is het geluk en de kwelling van het geloof. Of misschien wel beide kwelling.
Zie ook
	algemeen / bijzonder [OF: wezenlijk vs bijkomstig» toevallig» uitzonderlijk]
	algemeen / concreet
	algemeen / uniek (conventioneel / uniek)
	algemeen / verbijzondering (OOK: géén verbijzondering vs. verbijzondering)
	algemeen: verstand / bijzonder: verbeelding
	literaire traditie – continuïteit – context – herkenning – situering
	Plato » platonisme » platonisch
	romaans / gotisch ("tijdloze voornaamheid" / "omhoog strevende aanstellerij")
	theoretisch (= algemeen) / individueel (= eigen)