| *[2030]*
[Cf. "De tweede stem" (1984), p 68–72.]
Met citaten uit: Hadewychs "Strophische Gedichten" (II: 'Tsaarmeer sal in corten tide...'; Chaucer's "Canterbury Tales" (Begin van de proloog; in het Engels en in de vertaling van Barnouw); Eliot (begin van "Waste Land", in vertaling); Vergilius (uit het hoofdstuk 'De bomen' van de "Georgica"; in de vertaling van Ida Gerhardt). Genoemd wordt nog de eerste regel van Gorters "Mei". |