| *[7305]*
In de tekstkolommen twee tussenkoppen, tussen horizontale lijnen: Half oordeel; IJzeren ascese
Onderaan het artikel, in kader en onder aparte kop: 'Oud en nieuw naast elkaar', zijn (in cursief) twee berijmingen van psalm 1 naast elkaar geplaatst: uit de bundel van 1773 (vier zesregelige strofen) en de nieuwste vertaling (drie zesregelige stofen). Daarbij zijn korte conclusies geformuleerd mbt. de grotere beknoptheid van de nieuwste vertaling.
Fens citeert uit de voorrede van de nieuwe Bundel van Psalmen en Gezangen, door de Algemene Synode in 1938 aangeboden aan de Mederlands Hervormde Kerk; voorts uit de hier besproken nieuwste berijming strofe 5 van psalm 104 (waarin zoals vaker het starre, door de eis van zingbaarheid op een bestaande melodie bepaalde metrum strijdt "met de soms verrassende woordkeuze" van de vertaling); het begin van psalm 79; een passage uit de (niet aan de moordende metrieke eisen onderworpen) vertaling door Huub Oosterhuis van psalm 42; het begin van psalm 23 in de vertaling van Nijhoff, en diens vertaling van de laatste strofe van psalm 150.
Genoemd worden de berijming van Datheen; die van 1773; de "Proeve van berijming" van honderdtien psalmen (1958); de "Proeve" van alle honderdvijftig psalmen (1961); psalmvertalingen van Oosterhuis, Van der Plas, Gab. Smit.
Vermeld wordt nog dat Asselbergs in zijn "Nijmeegse colleges" heeft aangetoond dat Pieter Leonard van de Kasteele, die een belangrijke rol heeft gespeeld in de samenstelling van de psalmberijming van 1773, het eerste romantische gedicht in de Nederlandse literatuur schreef. |