| *[6448]*
Met over drie kolom illustratie van Waldemar Post: kop van Vergilius tegen achtergrond van Latijnse verzen.
Fens citeert drie wat langere passages uit de besproken vertaling (o.m.: de dood van Turnus uit het twaalfde boek; een 'Homerische vergelijking' uit het zesde boek mbt. de oversteekplaats van Charon); van de andere passage, in "onvermijdelijk retorisch geworden" "dichterlijke taal", geeft hij Vondel's berijmde vertaling erna, met de opmerking: "De dwang van het rijm lijkt een grotere vrijheid te geven". – Verder haalt hij diverse vertalingen van de eerste regel van het epos aan (behalve die van d'Hane–Scheltema: die van Piet Schrijvers (1996), M.A. Schwartz (1959), en de Engelse uit 1956 van W.F. Jackson Knight). – Verder uitgebreide citaten uit Dante's "Goddelijke Komedie": de woorden gericht aan Vergilius in de eerste zang, de laatste zin van die zang en de beginzinnen van de tweede (in de vertaling van Frans van Dooren).
Genoemd worden de vierde Ecloge uit een reeks van tien pastorale gedichten van Vergilius, alsmede diens "Georgica"; Homerus; Ovidius' "Metamorphosen"; en Schrijvers' essay "Tweeduizend jaar Vergilius". Verder komt nav. het zesde boek Purcell ter sprake [om diens opera "Dido and Aeneas"]. |