Van - tot:
1950-1960
1960-1970
1970-1980
1980-1990
1990-2000
2000-2010
2010-2016
Chronologisch
1901-01-04
witte gevaar, Het – . Vademecum voor provo's / Roel van Duijn
1929-10-18
"" KEES FENS (1929 – 2008):
C.W.A. Fens, vooraanstaand Nederlands literair criticus en essayist; van 1982 tot 1994 hoogleraar Moderne Nederlandse Letterkunde aan de Katholieke Universiteit Nijmegen; sindsdien tot 1999 buitengewoon hoogleraar literaire kritiek aan dezelfde universiteit. Was woonachtig in Amsterdam, Zandvoort en tenslotte weer in Amsterdam.
Geboren op 18.10.1929 te Amsterdam, woonde hij lange tijd in Oud–West aldaar (in het huidige stadsdeel De Baarsjes). Op de r.k. lagere school ontving hij onderwijs van de Broeders van Maastricht; in 1948 behaalde hij het diploma gymnasium–a aan het St. Ignatiuscollege, een Amsterdams jezuïetencollege. Na studie in de avonduren verwierf hij het diploma M.O. ("middelbare akte") Nederlands.
In 1954 publiceerde hij zijn eerste literaire kritiek in het weekblad "De Linie"; tot 1960 was hij redacteur van dit jezuïetenblad. Van 1960–1969 was hij literair criticus van het r.k. dagblad "De Tijd / De Tijd–Maasbode"; daarna als zodanig verbonden aan "de Volkskrant", voor welk dagblad hij gedurende enige tijd ook sportcolums schreef. Reeds in "De Linie" verzorgde Fens als columnist spotteksten; ook voor programma's in andere media heeft hij humoristische bijdragen geleverd.
Vanaf 1978 is de aard van zijn bijdragen gewijzigd; die zijn dan in den regel geen literaire kritieken meer, maar meer algemeen literaire c.q. cultuur–historische beschouwingen of commentaar.
Al in de jaren '60 schreef hij met name ook over ontwikkelingen in de r.k. wereld; hij was tevens betrokken bij een nieuwe bijbelvertaling. In het verkiezingsjaar 1967 ondertekende hij met een aantal bekende katholieken een publiek gemaakte verklaring waarin het standpunt wordt uitgesproken dat confessionele partijen een belemmering en bedreiging vormen voor de ontwikkeling van een gezond, doelgericht en vooruitstrevend regeringsbeleid. (Cf. De Tijd, dagblad voor Nederland, 10.2.1976, pagina 3; daarop 15.2.1967 een uitvoerige lezersreactie op pagina 2)
Van 1962–1966 is hij redacteur van het door hem en zijn vrienden J.J. Oversteegen en H.U. Jessurun d'Oliveira opgerichte en spoedig invloedrijk geworden tijdschrift "Merlyn" (dat zij in 1966 weer hebben opgeheven).
Fens publiceerde ook onder de naam A.L. Boom in het weekblad "De Tijd", en droeg bij aan diverse andere periodieken, o.m. van 1972– 1981 wekelijks over literatuur in het Belgische dagblad "De Standaard", aan de diverse tijdschriften, zoals "Raster", "Ons Erfdeel", "Kuzien" (KUN»Radboud Universiteit), "Amstelodamum" en aan het jezuïetenmaandblad "Streven".
Hij stelde veel bloemlezingen samen, schreef tal van inleidingen en was steeds een veelgevraagd spreker.
Hij was leraar Nederlands eerst aan het Triniteitslyceum in Haarlem en vanaf 1964 aan de Frederik Muller Akademie (hogere beroepsopleiding voor bibliotheek, documentatie, boekhandel en uitgeverij) te Amsterdam.
Fens is met talrijke prijzen onderscheiden.
Regelmatig selecteerde Fens (al dan niet na bewerking) stukken voor uitgaven in boekvorm. Voor een overzicht van die publikaties, alsook voor een secundaire bibliografie en voor verdere informatie, zij verwezen naar o.m. de BNTL (Bibliografie van de Nederlandse taal– en literatuurwetenschap) en vooral ook naar het (losbladig) Kritisch Lexicon van de Moderne Nederlandstalige Literatuur 1980–1995; daarin een uitvoerige aan Kees Fens gewijde aflevering (augustus 1987) van G.F.H. Raat, uit welke bijdrage hier veel is ontleend.
(RM, december 1998–januari 2013)
1934-05-06
" I N G A N G E N O P F E N S "
Lijst van de Volkskrant–artikelen van Kees Fens gedurende zijn hoogleraarschap aan de Katholieke Universiteit Nijmegen vanaf 1 augustus 1982.
Deze lijst is in een later stadium van bewerking aangevuld met eerdere publikaties: die in de Volkskrant (vanaf 1969) zowel als in andere dag– en weekbladen. Het betreft o.m. artikelen verschenen in "De Linie" (1954–1960; al zijn bijdragen aan dat weekblad zijn inmiddels verwerkt) en in het dagblad "De Tijd–Maasbode" (vanaf 1956). Ook zijn bijdragen in andere tijdschriften verwerkt, al kan hierbij (nog lang) niet van volledigheid worden gesproken.
Met poging tot bijbehorend register van trefwoorden en begrippen alsmede van boeken en hun auteurs die in de artikelen besproken werden dan wel aanleiding waren voor het essay. Soms zijn daaronder ook beschouwingen n.a.v. concert, opera of film.
In eerste versie samengesteld ter gelegenheid van de 65e verjaardag van Kees Fens en zijn afscheid als gewoon hoogleraar Nederlandse letterkunde aan de Katholieke Universiteit Nijmegen (najaar 1994)
door drs. R. Mollevanger (oud–studiecoördinator bij de vakgroep Nederlands van de KUN);
met medewerking van drs. N.J. van Baalen (ex–medewerker aan het NIWI (voorheen: SWIDOC) te Amsterdam) voor de computer–applicatie.
Halverwege de jaren '90 zijn van deze lopende en retrograde bibliografie twee publieke (sindsdien sterk verouderde, want minder volledige) versies in enkele exemplaren afgedrukt; o.m. zijn die aanwezig in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag.
De eerste publieke versie werd afgesloten op 1.12.1994.
De tweede publieke versie werd afgesloten op 1.12.1995.
Nadien werd deze bibliografie vooralsnog slechts in digitale vorm beschikbaar gesteld, op internet, met verschillende 'updates'.
***
Na afsluiting van de eerste publieke versie is het bestand op vele plaatsen gecorrigeerd en aangevuld. Uit "De Linie", het weekblad waaraan Fens (jarenlang ook als redacteur) heeft meegewerkt van 1954 tot 1960, zijn inmiddels alle bijdragen in deze bibliografie opgenomen. van artikelen ingevoerd en bewerkt uit "De Tijd–Maasbode" c.q. "De Tijd" vanaf 1956, en van Volkskrant–artikelen vanaf 1969.
Het ging daarbij om voor de samensteller op het moment direct beschikbare stukken – volledigheid zal hier voorlopig niet kunnen worden geboden. In een latere fase kon gebruik worden gemaakt van de (bepaald niet volledige) knipselverzameling van Fens zelf; die stukken zijn thans alle verwerkt.
De bewerking van de artikelen (: aantal toegekende trefwoorden, genoteerde ter sprake gebrachte literatuur) is niet overal volledig; voorlopig was de eerste doelstelling een snelle traceerbaarheid van de stukken aan de hand van de behandelde auteur(s) en»of onderwerpen.
Dankbaar is zonodig gebruik gemaakt van diverse naslagwerken; met name dienen te worden genoemd: Aarts' Letterkundige Almanak; Het literair pseudoniemen boek door Wim Hazeu; Schets van de Nederlandse letterkunde door De Vooys»Stuiveling; de Grote Winkler Prins Encyclopedie.
– – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – –
D A N K A A N ...
De samensteller is de Volkskrant erkentelijk voor het terstond en om niet bereid zijn ruim 200 fotokopieën te laten afdrukken die in zijn eigen verzameling ontbraken.
Zijn dank gaat ook uit naar drs. P.M. Morel (oud–medewerker van de Universiteitsbibliotheek van Amsterdam, voormalig klasgenoot en oud–collega van Kees Fens) voor zijn stimulerende medewerking in de beginperiode, en de ook later grote bereidheid tot hulp en advies. Voorts naar zijn andere vakgenoten Siem Bakker, Ernst Braches, Walter Haeseryn (jarenlange aanlevering van talloze knipsels!), Wim Hüsken, Leo Langeveld, Jan de Roder, Ben Salemans, Bert Vanheste en Paul Wackers, alsmede naar drs. Els Peters en ir. Jan de Vaan, om hun duurzame bereidheid tot meedenken en advies. Verder naar drs. T. Haan vanwege door hem verstrekte informatie en naar Mieke Rensman en Jan de Koning, die lange tijd eveneens veelvuldig knipsels hebben bijgedragen. – Gevoelens van erkentelijkheid leven bij de samensteller jegens wijlen Christiaan Gerard van der Waay en Klasien Van der Waay–van Paasschen, die hem hun Grote Winkler Prins hebben nagelaten, voor deze bibliografie zo dikwijls geraadpleegd.
Dank zij ook aan drs. H. van Keken (oud–leerling en eerste computerleermeester van de samensteller), peetvader van het projekt sinds de ochtendkoffie in zijn Jordaan–tuintje op Koninginnedag 1993.
Heel in het bijzonder dankt de samensteller Rosa de Roy, die in haar enthousiast meeleven bereid was om niet alleen langdurig haar computer maar zelfs veelurig haar partner uit te lenen; daarmee heeft zij bij uitstek dit werk mogelijk gemaakt (en dan wordt nog gezwegen over haar culinaire bijstand...).
Vanzelfsprekend evenwel is de samensteller de meeste dank verschuldigd aan Niek, die eigener beweging en totaal belangeloos na de ontmoeting op 30.4.93 een voor een amateur hanteerbaar computerprogramma beschikbaar stelde. Hij bleef daarna een inventieve en onverslijtbare mentor, steeds weer en op de meest onverwachte momenten beschikbaar om een computerdebiel door de problemen te loodsen. Zonder hem zou er zeker geen "Ingangen op Fens" zijn gekomen!
En zonder de liefste en mijn enige computerweduwe: Edda??!