geen taal hebben » zonder taal » taalloos
Artikelen
1975-01-25
Wolk van niet–weten
1976-06-04
Botlek van de gewijde woorden
1979-03-23
Stad zonder taal
1986-05-09
Zonder noten
1987-06-12
Werk in uitvoering
1995-03-17
Altijd Verlangen Naar De Thuiskomst
Zie ook
betekenisverlies van woord door overmatig (: verabsoluterend) gebruik ervan
Brussel
dakloos, geestelijk c.q. maatschappelijk vervreemd of – (etc.)
depersonalisatie » niemand (willen) zijn (OOK: – als literair motief)
dichten: het naamloze naam geven » inzichten–in–het–bestaan uit taal vrijmak
dichter niet gelukkig met de taal » taal als probleem of last
geen taal meer want geen standpunten meer
geloofscrisis als taalcrisis » nietszeggendheid van religieuze taal
leentaal » geen eigen taal (: geleende» kleurloze» slappe» "platte"
mooi: geen esthetische kwalificatie maar uiting van onmacht
nieuwe taal: schepping van dichter
omdat er geen taal voor is, is het getekend
onduidelijke taal » wollig... » onhelder... » quasipoëtisch (etc.) taalgebrui
poëzie: metaforisch "denkproces" ('gedicht denkt dichtend'\ dichten is denken)
religieuze taal i.h. Nederlands versleten» kapot voor godsdienstige expressie
sterfproces van taal » taalverlies » verworden taal » dood v. taal » taalmoo
taal als probleem » taal geproblematiseerd » OOK: dichten geproblematiseerd
taal genereert andere taal en daarmee gedachten
taal » –kracht » macht c.q. kracht v.d. taal » taalgebeuren » –k
taal: beperkingen (onmacht, grenzen) van de – » taal als beslagen spiegel
taalkritiek » [OOK:] geen taalkritiek
wie geen taal heeft bestaat eigenlijk niet meer