| Geciteerd worden enkele beginregels van gedichten ("Onder het boze bed van de boeren knielen de dieren", "Op de dag dat ik er was stonden de klokken zeven", "De blaren vallen in de gele grachten", "De dag gaat open als een gouden roos"), en daarna van "De dag gaat open..." en van "Op de dag dat ik er was..." enkele daarop volgende regels. – Verder een citaat uit Christopher Isherwood's "Lions and Shadows" (1938) over wat Auden deed met door Isherwood gegeven detailkritiek op zijn poëzie.
Genoemd wordt nog Vermeer's "Het Straatje", dat voor Fens in zijn geheel nodig is voor het daarop afgebeelde vrouwtje, dat als kern van de stilte de kern is waar het voor hem om gaat bij dat schilderij. |