1994-10-28 Lezen Heeft Mij, Goddank, Bijna Niets Geleerd, Het | |
---|---|
Volkskrant (vanaf 31 augustus 1968) 1994-10-28 Poëzie essay vrijdag (plm. 1200 woorden) | |
opmerking | |
Geciteerd wordt uit het juryrapport door Anneke Brassinga, Gillis Dorleijn en Anna Enquist mbt. de toekenning van de Herman Gorterprijs aan Tonnus Oosterhof, in "De kunstprijzen Amsterdam" (1994; daarin weer een aanhaling uit Schierbeek's "De Derde persoon" van 1955) en uit "Mene Tekel" van Nescio; verder het slot van Hanlo's stukje ter verdediging van zijn "Oote oote boe". [Dit stuk verscheen in de Volkskrant op dezelfde dag dat Fens in de Stevenskerk te Nijmegen zijn afscheidsrede uitsprak als gewoon hoogleraar in de moderne Nederlandse letterkunde aan de Katholieke Universiteit Nijmegen ("Puer Senex"), bij de diesviering van deze universiteit.] | |
Termen | |
• Brassinga, Anneke • Dorleijn, G.J. [Gillis Jan] • Enquist, Anna • essentie van poëzie: alleen voortdurend pogend te benaderen • experiment » experimenteerlust » –behoefte » experimenteel » proeve • Fens: persoonlijke (privé–) mening» gevoelens» voorkeur» ervaring&raq • Hanlo, Jan • Herman Gorter–prijs van de gemeente Amsterdam • jury–rapportage bij (literaire) prijs » judicium • literatuuronderwijs » onderwijs in de letteren » literatuurles » –college • Nescio [pseudoniem van J.H.F. Grönloh] • Oosterhoff, Tonnus • poëzie leren lezen • Schierbeek, Bert • spreken over poëzie kan alleen in metaforen» benaderenderwijs omschrijvend • steeds opnieuw • technisch beschrijven» beschouwen» bestuderen van poëzie • Vijftig » Vijftigers » beweging van "Vijftig" • wantrouwen mbt. literatuurtheorie c.q. poëtische reglementen |