| *[9676]*
Fens in een tafelgesprek gevraagd naar de toekomst van de geesteswetenschappen "voerde vrijwel meteen de levende relatie met het verleden als wezenlijk voor de toekomst aan. De literatuur is een spiraalvormig geheel, de geschiedwetenschap ook. Niets mag verloren gaan." Maar achteraf voelt hij zich "zeer onzeker" over zijn reactie om "de onvolkomenheid" ervan. "Herhalen en hernemen zijn uit de cultuur losgeraakt. Het moment en vooral het nieuwe telt." "Er valt over de cultuur alleen iets te zeggen als we de huidige cultuur grondig zouden kennen." Maar: "de cultuur houdt zich tegenwoordig zelden aan zichzelf". Het verdwijnen van de twee tradities die in hoofdzaak je wereldbeeld hebben bepaald (de klassieke en de christelijke, en die "vaak verstrengeld") "laat tenslotte ook in je geest ruïnes achter" en doet je jezelf wel eens anachronistisch voelen. |