| *[9349]*
In deze zeer bewonderende recensie geeft Fens enkele citaten; hij noemt Huizinga's "Herfsttij der Middeleeuwen", Van Oostrom's "Stemmen op schrift" en brengt ook zijn eigen afscheidsrede "Puer Senex" ter sprake.
Otterspeer's verhelderende opmerking (p54): "Wat Huizinga boeide was niet opeenvolging en ontwikkeling, maar herhaling en vernieuwing" brengt Fens tot enthousiasme: "een schitterend begrippenpaar (...) voor de literatuurgeschiedschrijving, (...) veel rijker dan het traditionele 'opeenvolging en ontwikkeling'. (...) Hoe meer men Otterspeer zijn originele gelijk gunt, hoe meer Huizinga als historicus begint te verdwijnen in de kunst van het schrijverschap, die meer mogelijk maakt dan de wetenschap van de geschiedenis. Ordenen naar idealen blijft iets anders dan ordenen naar inzichten."
Verder signaleert Fens o.m. de door Otterspeer niet aan de orde gestelde vraag: "hoezeer was het literaire en historische denken van Huizinga in essentie niet religieus, zeker vanwege het streven naar eenheid, die uit meer dan een historische visie voortkomt, uit een levensbeschouwing namelijk (of het verlangen daarnaar)". |