| *[9077]*
Uit de biografie "John of the Cross" van Gerald Brenan (1973) citeert Fens in deze Goede–Vrijdagoverdenking de passage waarin deze heilige in mystieke extase raakt wanneer hij vanuit zijn gevangeniscel een villancico hoort zingen (1578); daarna de inzet van diens 'Geestelijk Hooglied', eerst in de prozavertaling uit de Volledige Werken (1963), daarna in de vertaling van Van Eyck in deel II van diens Verzameld Werk; verder nog het begin van "een der allermooiste gedichten uit de hele wereldliteratuur", het vers 'Donkere nacht'. |