| *[9055]*
Fens citeert een viertal voorbeelden van door hem "niet zonder ontroering" gelezen gedichtjes van kinderen, uit de [positief] besproken bloemlezing, waarbij hij noteert: "Het is onvermijdelijk: de volwassen lezer gaat deze teksten als echte poëzie lezen, dat wil zeggen: hij gaat betekenissen geven aan vormen van taalgebruik." – Genoemd wordt "Children as Poets" van Denys Thompson (1972).
Fens opent het stuk overigens met een negatief getoonzette alinea nav. de door hem ervaren onechtheid in een "poging literair volwassen te lijken" die hij recent onder ogen kreeg. "In tegenstelling tot sommige onverwoestbare minnaars van de mensheid vind ik dat 'tussenwerk', waarmee bijna elke literaire loopbaan ook begint, zonder meer erg vervelend." |