1990-01-26 Achter Glas [**] | |
---|---|
Volkskrant (vanaf 31 augustus 1968) 1990-01-26 Poëzie essay vrijdag (plm. 1200 woorden) | |
opmerking | |
Geciteerd worden de derde strofe van Hans Vlek's 'Geranium', het begin van Van Nijlen's sonnet over de cactus: 'Kaal staat hij voor de blankheid der gordijnen (...)', een regel van Achterberg: 'Mijn moeder is een grijze vrijdagmorgen' en twee regels uit Lucebert's "Troost de hysterische robot": 'Toen haar gelaat nog maar kamerplant was║En zijn wrokkig gezicht een ondoordringbare baard.'. | |
Termen | |
• associatie » connotatie(s) » bijbetekenis(sen) » nuance (–s) » bijgeda • Fens: persoonlijke (privé–) mening» gevoelens» voorkeur» ervaring&raq • Lucebert [pseudoniem van Lubertus J. Swaanswijk] • Nijlen, Jan van • oud zijn » ouder worden » veroudering » ouderdom : als literair motief • persoonlijke associaties bij (het lezen van) poëzie » eigen betekenisgeving • plant als literair motief » plantaardig c.q. kamerplant als literair motief • Verwey, Albert • Vlek, Hans |