| *[6953]*
Met een portretfoto van (jonge) Timmermans, en over vier kolom een foto van het Felix Timmermans Museum in Lier (foto Gerrit op de Beeck).
Een korte aanhaling van Durnez over Timmermans die "de gevangene van zijn roem is geweest, die niet de kracht had om zich te bevrijden"; en een lang, 'den Fé' als provinciaal typerend citaat uit Ter Braak's bespreking van "Boerenpsalm" (1935). Fens betreurt dat de "tegenstemmen" (nl. versus de voortdurende roem–bevestiging in de Vlaamse kritiek) in de biografie geen kans lijkt te krijgen en mist daarin "een wijdere context" van de literaire figuur Timmermans en diens literaire werk.
Genoemd worden van Timmermans' nog "Schemeringen van de dood" (1910) en "Pallieter" (1916); verder, ter situering: Streuvels' "Langs de wegen" (1902), Teirlinck's "Het ivoren aapje" (1909), Elsschot's "Villa des Roses" ([1910] » 1913). |