| *[5844]*
Met portretfoto van Aleida Leeuwenberg.
Fens citeert uitvoerig uit het (door hem zeer bewonderde) brievenboek van Leeuwenberg, ter illustratie van "de vitaliteit, de humor, de grilligheid" van dat proza, dat "steeds aan de taal van F. ten Harmsen van der Beek" herinnert. – Over de publikatie van Meinkema is hij erg negatief, o.m. om de zeldzame voorspelbaarheid en "de wel heel dunne onthulling aan het slot".
Genoemd wordt Van het Reve's "De Avonden", waar de dagenindeling volgens Fens een veel sterkere functie heeft en de herhalingen een "vaak zeer humoristische en ondermijnende kracht" krijgen, i.t.t. die in het boek van Meinkema. |