| Fens citeert uit de besproken publikatie een aantal passages die alle betrekking hebben op beknoptheid en weglaten als kenmerkende eigenschappen van sterk taalgebruik door schrijvers. De belangrijkste citaten zijn opmerkingen van Kopland over de poëzie van Martin Reints c.q. reacties van Reints op de visie van Kopland. Van Reints worden ook de begin– en slotregels aangehaald van het gedicht 'Glas water', dat door Fens een even spannende tekst wordt genoemd als het 'Alpenjagerslied' van Van Ostaijen. |