| *[5107]*
Fens citeert een passage uit de eerste paragraaf van de Kellendonk–lezing van Oek de Jong; met een allusie op Van Duinkerken uit hij harde kritiek op het hanteren van "religieus begrip of gebrek daaraan als literaire maatstaf": "dogmatisch, naïef en eenzijdig, op de wijze waarop vroeger op hedendaagse ketterijen werd gejaagd". De onzinnigheid daarvan illustreert hij met een 'levensbeschouwelijke' (quasi–) kritiek op een superieur gedicht van Bloem: 'November' uit de bundel "Media Vita". Standpunt van Fens: "poëzie is onweerlegbaar, als alle kunst. Kunst beweert niets." en: "Over literaire wereldbeelden valt niet te twisten."
In de Volkskrant van zaterdag 21.3.98 reageert Oek de Jong op dit artikel in een ingezonden stuk van plm. 600 woorden: "Hermans' wereldbeeld is vooral uitdrukking van zijn obsessies". Hij verwijt Fens daarin verkeerd lezen en vervorming van wat hij gezegd heeft, en aldus het "ongewild" zelf tonen van de "onverdraagzaamheid die Fens mij probeert aan te wrijven".
Op het artikel wordt ook (paginagroot) gereageerd in KU–Nieuws (Nijmeegs universiteitsweekblad) dd 3.4.98: "Fens, wees een vent!" [opgenomen in deze bibliografie RM]. Daarin wordt ook gemeld dat Piet Grijs in zijn column in "Vrij Nederland" dd 28.2.1998 enkele woorden gewijd heeft aan de Kellendonk–lezing.
Zie ook de column van Jos Joosten 'Ook dit verbeeldt een wereldbeeld' in KU–Nieuws dd 20.3.1998. [Ook dit stuk is opgenomen in deze bibliografie. RM] |