| *[5067]*
Met dodelijke ironie wordt melding gemaakt van een quasi–progressief stuk in het paasnummer van "De Maasbode". (Daarin beschrijft een verliefde goed–roomse jongen de mooie relatie met zijn aanbedene in een brief aan zijn vriend; dat epistel wordt in het dagblad door een zekere F.B. dan nog wijs geannoteerd.)
Deze signalering wordt geïllustreerd met twee zoetelijke foto's: gevat in een kitscherig lijstje een telefonerend meisje (onderschrift: "marjolijntje, cherubijntje, toetemarijntje") en een voor bloeiend bloembollenveld bij echt–Hollandse wipmolen elkaar keurig maar intensief kussend jong paar (onderschrift een citaat uit het in dit artikel belachelijk gemaakte Maasbode–stuk: "toen ik mij met haar verzoende (leg het woord maar gerust letterlijk uit)". Verder een illustratie met viltstift [?; zittend meisje] van Jac. J. [Janssen?].
Genoemd wordt "Joop ter Heul verliefd" [naar de reeks meisjesboeken door Cissy van Marxveldt]. |