| Fens citeert het eerste, het tweede en nog een ander vers uit het besproken werk van Mulisch.
Ter sprake gebracht worden Horatius' ('leerbrief' c.q. leerdicht) "Ars poetica", het begin van Vestdijk's "Albert Verwey en de Idee" en het eerste hoofdstuk van diens "De glanzende kiemcel". |