| *[3177]*
Behalve de besproken anthologie komen ook andere bloemlezingen en schoolboeken aan de orde: "Geliefde gedichten die iedereen kent maar niet kan vinden" (Wim Zaal); "Nederlandsche Schrijvers en Schrijfsters" (L. Leopold); "Spiegel van de Nederlandse poëzie door alle eeuwen" (V.E. van Vriesland); "Nederlands na 1600" (Karsemeijer en Kazemier); "De Nederlandsche poëzie in honderd verzen" (Dirk Coster); en de schoolbloemlezingen van Oomes, Knuvelder en Lodewick.
Fens haalt enkele losse evergreen–dichtregels aan; noemt Egidius, Constantijntje en Gezelle's 'ranke riet', alsmede Slauerhoff's 'Chlotarius', Weremeus Buning's 'Ballade van de merel', Aafjes' "Voetreis naar Rome" en Beets' 'De moerbeitoppen ruischten'; oppert dat misschien nog eens een dissertatie zal verschijnen "De geschiedenis van de bloemlezing sinds 1890". |