| Geciteerd wordt Jan Kuijper's sonnet 'De tombe van Jorge Luis Borges' (uit de bundel "Barbarismen") dat de aanleiding is voor dit essay over de functie van het vergeten in het scheppen en het ondergaan van kunst. – Genoemd wordt ook 'De tombe voor Guido Cavalcanti', waarvan de eerste twee regels eveneens worden aangehaald.
Verder komen aan de orde: Van Eyck's "Portret van Giovanni Arnolfini en zijn vrouw Giovanna Cenami" (Londen, National Gallery) en Vermeer's "Gezicht op Delft". Aangehaald worden nog de slotwoorden van Vestdijk's 'Kluizenaar met vogels' uit "Thanatos aan banden". |