| *[9724]*
Fens, zich bekennend als laat ontdekker van wat de negentiende eeuw te bieden heeft, signaleert o.m. het verschil tussen enerzijds de overvloed (en de daaruit voortkomende vanzelfsprekendheid) van de nog zo met het volk verbonden romantische 19e–eeuwse kunst, en dan met name de opera, en anderzijds de schraalheid, zuinigheid, van de 20–eeuwse kunst, verstrengeld met en soms verstikt door de kunsttheorie. "Ik vermoed – voorzichtig – dat het bestelkarakter van de kunst heel veel met die grote productie te maken heeft. De [19wse] kunstenaar is nog altijd de leverancier."
Genoemd worden "Lucia di Lammermoor" en "Rigoletto". |