| *[9694]*
Hilarisch stemmende hekeling van "de verbogen Zuidhollandse ethiek van genotsangst en minachting, de grootheid van de broodpap en altijd de geest van Job in de huiskamer en de mestvaalt buiten als de hoogste vorm van doe–het–zelf–geluk" van Maarten 't Hart.
Geciteerd wordt "de zijden volkszanger [= Frans Bauer RM] die altijd kijkt als een kind dat net uit bed is gehaald": "Kerstmis is voor mij onbeperkt vreten", en 'Heer, als wij weer dronken zijn' van Anton van Duinkerken.
Fens verklaart ook: "Ik zal het boek niet lezen want sinds ik bij een nieuwe roman van 't Hart in de tweede of derde regel het woord 'jakkie' tegenkwam, heb ik nooit meer iets van hem gelezen. Jakkie, dat is een broodpaphap uit de taal." |