| *[9554]*
Fens citeert uit het begin de opzet van het besproken boek; ook verzen van psalm 135 worden er uit aangehaald.
Genoemd worden "Tegen hen die de heilige iconen smaden" van Johannes Damascenus, en de studies "L'Orthodoxie" van Evdikomov en "Imago Dei" van Pelikan.
Fens mist een "synthese van de auteur, die hier een schitterende kunstgreep als essayist had kunnen tonen en daarmee het schrijverschap dat in het boek ontbreekt". Cf. de aanhef van het artikel: "Het essay is de literaire vorm van de nieuwsgierigheid. Men schrijft om iets te weten te komen, men schrijft ook naar een onbekend einde toe. De spanning van het geleidelijk ontdekken gaat op de lezer over. Misschien is het karakter van voorlopigheid het mooist aan het essay; de zekerheid die aan het slot wordt bereikt, is maar een tijdelijke, zolang namelijk door de stijl niet aan het gelijk van de schrijver is te ontkomen. Stijl is essentieel, want de vorm van denken van de essayist (daarom is Vestdijk – de meester van de stijl van de onzekerheid – zo'n groot essayist)". |