| Met afbeelding van zelfportret van Jan Veth.
Zeer negatieve kritiek op het boek van Bijl de Vroe, bewonderend kritische bespreking van Huizinga's biografie van Jan Veth uit 1927, waaruit lange citaten worden gegeven.
Genoemd worden bij het bespreken van Veth's journalistieke, kunsthistorische en literaire activiteiten diens "Kunstbeschouwingen" (1904); verder Stuiveling's "De Nieuwe Gids als geestelijk brandpunt" (als leesadvies aan Bijl de Vroe). |