| *[9232]*
Naar aanleiding van "met een klein gezelschap" op clavichord beluisterde Bachmuziek en het daarbij ervaren contrast met clavecimbel. Fens citeert de eerste strofe van 'Roeien ('s avonds)' een vroeg, nooit gebundeld gedicht van Nijhoff; hij noemt ook het eveneens in "Propria Cures" van 1910 gepubliceerde pendant 'Roeien ('s middags)'. Verder worden vier regels uit Gorter's "Verzen" aangehaald ('Haar ogen tintelkelken [...]'). Van Nijhoff komen het gedicht 'Sonate' ter sprake, de bundels "De wandelaar" en "Vormen", en een reeks 'Kleine liederen'. – Ook de regel 'Hoor de sonate der clavecimbale' wordt aangehaald. |