| *[8979]*
Graag verdwalend bij het zoeken komt Fens uit bij 'Riem–zonder–eind' in Vestdijk's bundel "Kind van stad en land" (geciteerd), bij Borges' verhaal over Judas, bij Vestdijk's essay over Judas in "Essays in duodecimo", bij Vestdijk's vers 'Oud Buiten' en leest (en citeert) hij een passage over Vestdijk op pagina 103 van Jessurun d'Oliveira's "Vondsten en bevindingen". In de laatste regel van de (geciteerde) slotstrofe van 'Oud buiten' ontdekt hij "de literatuur van mijn ideaal (...) die van de zeer gekompliceerden, lokkend de lezer in parken, maar hem uitleverend aan de wildernis. En dan zoeken en veel niet gezochts vinden." |