| *[8804]*
Boos stuk van Fens nav. de kinderboekenweek, "goed beschouwd ook een dwaze zaak", waarin de commercie bij slecht voorgelichte ouders mbv. een "op zeer onduidelijke gronden en op een nauwelijks te doorgronden werkwijze van zeker niet grondig samengestelde jury's" gebaseerd oordeel het "beste kinderboek van het jaar" door de strot duwt. Hij signaleert pedagogische en ideologische bemoeials; en dat literatuurcritici en –wetenschappers het laten afweten. En zo wordt "een naar opzet zeer konventioneel boek, in een zeer konventionele taal (...) zielloos, want vol gemeenplaatsen" bekroond waarin de informatie "op de verkeerde toon of de verkeerde plaats of vanuit de verkeerde gezichtshoek of gewoon als klein schoollesje gegeven wordt". "Dat er in de eerste plaats gewoon, nou gewoon, goede boeken geschreven moeten worden, dreigt iedereen te gaan vergeten." En: "Dat kinderen zo dood en saai schrijven, komt ook voort uit hun dode en saaie lektuur. Ze doen na, maar helaas het verkeerde." |