| *[8742]*
In de rubriek 'Postuum' een naar schatting plm. 1200 woorden tellend (een wel enigszins gereserveerd) herdenkingsartikel n.a.v. het recent overlijden van Theun de Vries. Van deze auteur over vijf kolom een portretfoto uit 1981 (Wim Ruigrok–de Volkskrant). In de tekst een extra kopje: Soms kwamen zijn angsten uit de kamptijd terug.
Van De Vries komen ter sprake: de debuutbundel "Doodendans" (1926), "Rembrandt" (1931), "Stiefmoeder aarde" (1936), de romans over Van Gogh, Spinoza en Jeroen Bosch, "Het motet voor de kardinaal" (1960), de studie "Ketters. Volksbeweging en kettergericht" (1982), "Het meisje met het rode haar" (1956, in 1980 verfilmd).
In de Volkskrant van 25.1.2005 is een kritische ingezonden brief van David de Jong uit Rijswijk afgedrukt. Die noemt het taalgebruik van De Vries' "historiserend", "een kunsttaal die hij zelf heeft ontwikkeld" (i.p.v. zoals Fens: "zelden oorspronkelijk [...] dat de gemeenplaatsen niet schuwt"). Ook meent hij dat het "interessant (zou) zijn de invloed van het Fries op De Vries' Nederlands eens te onderzoeken." De Jong ruikt in het artikel van Fens "de sfeer van het antisocialistische mandement van de Nederlandse bisschoppen uit de jaren vijftig" en verwijst "voor een evenwichtiger typering" naar het voorwoord van Geert Mak in de heruitgave van De Vries' 'Vertellingen van Wilt Tjaarda'. |