| *[8728]*
In dit opstel over het afrondend effect van herhaling van begin in het slot citeert Fens passages uit het "Magnificat", uit Couperus' "De boeken der kleine zielen", en uit Achterberg's '0.00' (slotgedicht van "Vergeetboek").
Genoemd worden het Magnificat van Bach en van Schütz, "Don Quichot" van Cervantes, 'Zonder Mia' van Koolhaas, "Verzameld werk" van Terborgh. En Vestdijk's essay 'Het pernicieuze slot'. |