| *[8706]*
"Humor is de hoogste menselijke uiting, omdat ze de volledigs[t]e is. De humor zegt op zijn minst altijd twee dingen tegelijk: de regel en de uitzonderingen, het menselijk bestaan èn het menselijk tekort, humor laat verstand en gevoel beide aan het woord en humor is episch en lyrisch tegelijk. Humor lijkt door zijn kompleetheid het meest gelijk aan het menselijk bestaan zelf; in waarde wordt de humor alleen overtroffen door het religieuze en de vraag is of die niet de allerhoogste vorm van humor vertegenwoordigt. Alle literaire werk dat niet humoristisch is, is eenzijdig. De vraag mag gesteld worden of humor zelfs niet de voorwaarde voor literaire grootheid is. Of wat stelliger gezegd: alle grote literatuur is per se humoristisch."
Fens noemt nog Elsschot's "Verzameld werk", "Villa des Roses" en "Het Dwaallicht". |