| *[8595]*
Vervolg van "Ouderwets". – Lucebert: heeft verworvenheden van het experiment binnengebracht bij bovendien aansluiten bij de traditie; Elburg's experimenteren: zijn aanval op een oudere poëzie heeft zijn werk gedaan, maar hij is zelf niet doorgegroeid. "Van de revolutionairen, naar vorm of inhoud, blijven ten slotte alleen de vorm óf de inhoud over. Bij Elburg blijft de vorm over, bij Heijermans bijvoorbeeld alleen de gewaagdheid (in zijn tijd) van de inhoud."
Slot van het artikel: "De verouderden bleken maar één gestalte te hebben: die van hun eigen tijd. Gestalte die de vorm of de inhoud kan zijn. Een van de twee is zelfstandig geworden of was het bij ontstaan al. En in hun eentje kunnen noch vorm noch inhoud later ook maar iets betekenen. Literair dan. Elk verouderd werk is een half werk en die ene helft krijgt dan zoveel aandacht dat ze eraan bezwijkt. Bij veroudering verlies je niet; je blijkt te veel van het ene over te houden. En waarschijnlijk ook altijd te hebben gehad." |