| *[848]*
Over de twee fundamenteel verschillende circuits van "gewone" poëzielezer en van literatuurwetenschappelijk onderzoeker of essayist: de beperkingen in relevantie voor elkaar (en voor elkaars oordeelvorming bijvoorbeeld).
Genoemd wordt "Over poëtica en poëzie", de bundel waarin A.L. Sötemann o.m. schreef over de meeuwen bij Roland Holst, over het vers 'Het geheim' van Boutens, en over Leopold's vers 'Van wijn een druppel'. |