| *[7163]*
Met portretten van Lodewijk van Deyssel en Frederik van Eeden als jonge mannen.
Met diverse citaten uit de brieven van Van Deyssel, de auteur ("in werkelijkheid niet meer (...) dan een snel dovend jeugdtalent") op wiens aandeel in de correspondentie Fens bewust eenzijdig ingaat "om de eenvoudige reden dat dat mij het meest geboeid heeft". |