| *[7003]*
"Van het werk van Schouwenaars en Roggeman kan men zeggen dat het het gemiddelde van de jongere Vlaamse prozakunst goed vertegenwoordigt zonder evenwel uitzicht te openen op een verdere ontwikkeling", aldus Fens. Het boek van "de bekwame Vlaamse criticus Paul de Wispelaere" vindt hij echter "pure literaire literatuur" (door hem eerder in het artikel omschreven: "In dat geval past een schrijver met minder of meer virtuositeit een aantal gekende kunstgrepen toe rond een minimum aan inhoud, welke laatste dan bovendien nog leengoed is. Men ziet dan een roman of een gedicht dat een verslag is van een roman of een gedicht, geen persoonlijke verbeelding van authentiek leven. Wie veel leest heeft veel te vertellen, maar weinig te zeggen, wanneer hij, zelf als schrijver optredend, zijn lectuur niet vergeet"). |